HR-ketel nog altijd meest gewild
Het marktaandeel van hr-ketels, oftewel de bekende minder duurzame cv-ketel, is weer gestegen. Dit blijkt uit cijfers in de Gasmonitor 2018 van Natuur & Milieu, Stedin en Alliander. Duurzame alternatieven zoals warmtepompen en zonneboilers blijken minder in trek dan voorheen.
De opvallende cijfers komen naar voren uit de Gasmonitor 2018. Hiermee onderzoeken Natuur & Milieu, Alliander en Stedin hoe het in de afgelopen vijf jaar is gesteld met de aanschaf van warmte-installaties in Nederland. En dan met name voor welke vormen de Nederlandse consumenten kiezen. Wat blijkt: de keuze voor duurzame alternatieve neemt af en de voorkeur voor de ‘ouderwetse’ cv-ketel neemt toe.
Duurzame doelstellingen
Marjolein Demmers, directeur van Natuur & Milieu, noemt de cijfers “opmerkelijk”. “De cijfers gaan tegen de gezamenlijke duurzame doelstellingen in. We hebben juist met elkaar afgesproken dat we van het gebruik van aardgas af moeten. Het is van groot belang dat de verkoop van hr-ketels naar beneden gaat en de aanschaf van duurzame alternatieven groeit.”
Met duurzame alternatieven doelt Demmers op onder meer warmtepompen, zonneboilers, pelletkachels, inbouwkookplaten (inductie) en biomassaketels. Alleen wanneer we deze alternatieven massaal gaan aanschaffen en gebruiken, kunnen we de afspraken en doelstellingen omtrent het klimaatakkoord halen, aldus Demmers.
Nog jaren vast aan aardgas
Hoewel het Kabinet de ambitie heeft dat alle huizen in 2050 aardgasvrij zijn, blijkt de vraag om hr-ketels juist bij nieuwbouwwoningen het grootst. Sterker nog, de verkoop van hr-ketels ten behoeve van nieuwbouwwoningen steeg de afgelopen jaren explosief. Werden er in 2014 in 51 procent van de woningen hr-ketels geplaatst, in 2016 was dit het geval bij 75 procent van de nieuwbouwwoningen.
Met een levensduur van zo’n 15 jaar zal ongeveer 75 procent van alle nieuwbouwwoningen tot 2031 vastzitten aan de hr-ketel én aan het gebruik van aardgas.